Ik sta iets af te wegen in de keuken.
“Een kilometertje teveel!”
♥
Emma verteld ‘dat ik de juf nog maar een lesje moet leren’
Na wat vragen blijkt ze te bedoelen dat ze de juf heeft verteld dat ik suikerbrood kan bakken (Omdat de juf dat at). En ik moet ‘de juf maar een lesje leren’ (dat had ze ook zo tegen de juf gezegd)
Maar: ik kan helemaal geen suikerbrood bakken…(mijn broodbakmachine kan wel krentenbrood bakken. Suikerbrood nog nooit gedaan…)
♥
Gijs gaat naar zijn werk.
Emma: “Goeie werkze!”
♥
Lieke heeft een gat (“jat”) in haar legging.
“Wie heeft dat gedaan”
Lieke: “Opa!”
♥
Lieke: Kiekelen! (ze bedoeld kietelen)
♥
Ik bestelde plaktatoos. Emma vond het wel spannend.
Hé! Nou zit ‘ie op mij!
♥
Emma: “Papa is de beste op de fotoclub. Vind ik”
♥
Ik: “Emma? hoe kwam jij nou in ons bed?”
Emma “Ik ben daar vannacht in geslapen.
♥
Emma “Mijn renschoenen! Ik viel om van geluk!”
♥
Lieke: “Akkeleet!” (aangekleed)
♥
Emma: “Dit is zes! en dat is zeven!” (laat vingers zien) “Moet ik je soms naar school brengen”
♥
We zitten in de auto, achter die van Opa.
Lieke roept oooopa en ooooma!
Emma: “Ze horen je niet, want we zitten raam tegen raam”
♥
Lieke zit met iets te spelen dat kapot was, maar Gijs heeft het gelijmd.
Lieke: “Lijm! Kapot!
Emma: “als je heel lang wacht dan wordt het weer zo oud als nieuw!”
♥