Babywearing, de derde B. Draag je baby! Op je arm, in een doek of in een drager. Draag de baby zoveel mogelijk en laat hem bijvoorbeeld ook lekker zijn middagslaapjes op jouw lichaam doen in een doek. Dit is goed voor de binding met je kind en creëert een veilige basis voor je hem. Ook leert je kindje ontzettend veel omdat hij meekijkt met jouw dagelijkse bezigheden.
We hebben Emma veel gedragen. Wat geweldig was dat. Toen ik zwanger was kochten we een rekbare doek, maar al snel gebruikten we een geweven doek. Of de drager.
Alledrie genieten we ervan, want we dragen Emma nog!
Soms kon ze niet slapen, waren er teveel prikkels, huilde ze alleen maar, dan kon ze lekker bij me in de doek. Zo kon ik nog iets doen, en was ze toch dicht bij me.
Straks gaan we op vakantie naar de sneeuw, en daar gaat ook zéker de drager mee naartoe.
En Emma geniet ook in de drager. Springen, dansen, zingen, ze doet er alles in.
Wij zijn fan!
Ja dragen is heerlijk! Wij doen het ook regelmatig 🙂
Lijkt mij juist verschrikkelijk eerlijk gezegd, altijd en overal je kind(je) aan je vast. Maar ieder z’n ding natuurlijk.
Ik zag van de week dat Emma nog steeds heel erg geniet van het dragen. Ze had zo’n grote glimlach op haar gezicht.