Toen Emma ongeveer 1,5 jaar oud was wilde ik me inschrijven als bloeddonor. Veel van mijn familieleden zijn donor, en ik wilde dat ook wel.
Dus een afspraak gemaakt, formulier ingevuld en op gesprek bij de arts. Daarna moest ik nog bloed laten prikken. De verpleegkundige keek wat, voelde wat en haalde een collega erbij. Die daarna vrolijk zei: “Ik wil het wel proberen hoor, maar ik weet het niet”.
Mijn aderen zijn niet ideaal om aan te prikken. Dat wist ik wel, heb ik ook zeker ervaring mee tijdens onze tijd op de fertiliteitsafdeling. De verpleegkundige legde uit dat ze in een bepaalde tijd een bepaalde hoeveelheid bloed willen, en dat ze daarvoor een ‘best wel dikke’ naald gebruiken en het was niet zeker dat dat bij mij ging passen / lukken. Maar er moest sowieso gecontroleerd worden.
Er werd bloed geprikt (wat prima ging) en daarna mocht ik naar huis.
Een paar weken later ontving ik een brief dat ik was goedgekeurd als bloeddonor.
Inmiddels waren we bezig met een IVF behandeling voor een tweede kindje, en mocht ik geen bloed geven.
Nadat Lieke geboren was moest ik zes weken wachten voor ik weer bloed mocht geven.
Maar ik was wel meer gaan twijfelen. “Ik wil het wel proberen” werd ik niet zo enthousiast van. Tijdens de IVF behandeling van Lieke was er weer meerdere malen scheef of misgeprikt, met blauwe plekken als gevolg.
Ik besloot (op dit moment?) geen bloeddonor te worden.
Tijdens beide zwangerschappen regelden we dat we de stamcellen uit het navelstrengbloed konden doneren.
Een collega van mij heeft een stamceltransplantatie nodig gehad, en daar ben ik altijd aan blijven denken. Helaas overleed hij aan de complicaties van de behandeling.
Omdat ik thuis beviel was doneren niet mogelijk.
Laatst kwam ik in aanraking met matchis.
Voor patiënten die een stamceltransplantatie nodig hebben, zijn stamcellen van een gezonde donor van levensbelang. Jij kunt het verschil maken.
Omdat de kans dat een patiënt en een donor met elkaar matchen is heel klein. Er zijn dus veel donoren nodig.
Laatst kreeg mijn fysiotherapeut een stamceltransplantatie in Israël omdat hij MS heeft. Deze behandeling kan in Nederland nog niet. Deze behandeling was overigens met zijn eigen stamcellen.
Per jaar krijgen enkele duizenden mensen in Nederland te horen dat ze een vorm van bloedkanker hebben. Een patiënt met leukemie of een andere ernstige bloedziekte kan genezen door middel van een stamceltransplantatie.
Nog steeds is het niet mogelijk om voor elke patiënt op tijd een passende stamceldonor te vinden. De kans dat je een donor binnen de familie van de patiënt vindt, is slechts 30%. Er moet dus vaak worden gezocht naar niet-verwante stamceldonoren. In Nederland is er een groot tekort aan onverwante stamceldonoren, slechts vier procent van de Nederlandse patiënten ontvangt stamcellen van een Nederlandse donor. De kans dat er een goede match is tussen een onverwante donor en ontvanger is enorm klein. Daarom is jouw aanmelding van levensbelang.
Ik besloot me aan te melden bij Matchis. Je krijgt dan een setje thuisgestuurd om wat wangslijmvlies af te nemen. Hiermee kunnen ze je weefseltyperig bepalen, waarmee je opgenomen wordt in een wereldwijd bestand.
Het is heel simpel en staat duidelijk uitgelegd. Wattenstokje een bepaalde tijd ronddraaien over je wang. Laten drogen en in het daarvoor bestemde ‘geleufje’ stoppen. Daarna stuur je het op en na een aantal weken krijg je de bevestiging dat je bent toegevoegd aan het register.
De kans dat je wordt opgeroepen is gering. Van alle Nederlandse donoren geven er ongeveer 50 per jaar ook werkelijk stamcellen.
Hoe dat precies in z’n werk gaat kun je lezen op de site van Matchis.
Mocht ik ooit opgeroepen worden dan lees je dat hier ook vast 😉 Er volgt dan eerst een uitgebreide voorlichting en screening.
Geen idee of ik nu ‘hoop’ dat ik zal worden opgeroepen. Het lijkt me fijn om iemand te kunnen helpen die zo ziek is. Maar ze gaan toch in je prikken en je moet medicijnen nemen.
Ik wacht het wel af. Ik sta in ieder geval tot mijn 50e in het bestand.