Donderdagochtend was ik in de Makro om boodschappen te doen voor Gijs zijn surprise feestje. Een van de missies was om bitterballen te kopen. De keuze is reuze, maar er waren maar weinig bitterballen die in de airfryer kunnen. Er was ook nog wat in de aanbieding, en zo stond ik dus de prijs – per – bitterbal – uit te rekenen. Ik gooide ook nog een doos met zakjes mosterd (264) in de kar. Dat is meer coronaproof dan een tube.
Thuis verstopte ik de 15 zakken ballen in de onderste lades van de vriezer in de garage. Bij Gijs zijn weten zat daar niks in, dus ik vermoedde dat dat veilig kon.
Donderdagavond knalde ik de garagedeur een beetje hard dicht in het donker, en toen gingen de buitenlampjes uit. Gijs zijn verklaring was dat het uur na zonsondergang er wel op zou zitten en ze daarom toevallig uit gingen. Achteráf weet ik dat het een andere reden had dat de lampjes uit gingen….
Vrijdagavond op een holletje naar de garage omdat het onweerde. Het licht in de koelkast deed het niet. Huh? Open – dicht – open? Nee dus. Ik keek naar de stekker en die hing half uit het stopcontact. Sh*t. HOE dan? Ik deed de vriezer open, en de bitterbalentemperatuur was niet zo dichtbij het vriespunt als ik gehoopt had. Bah. En nu? Ik overlegde wat met de andere complot – mensen. De een zei dat het nog wel zou kunnen, een ander wist het niet. Ik ben nogal van het zeikerige soort, dus ik besloot ze weg te gooien. Worden we niet ziek van Corona, dan wel van een bedorven bitterbal. Dus ik mikte de hele zooi in een vuilniszak, knoopte die dicht (want stel je voor dat hij nét in de container gluurt) en dat waren dan deze bitterballen.
Maar ik zat nog met 264 zakjes mosterd…. En geen bitterballen.
Ik was een beetje narrig en baalde ontzettend van zoveel dommigheid. Dat werden dure bitterballen.
Beneden zat ik iedereen in de weg dus ik toog naar boven om te gaan douchen, maar landde op bed. Na een kwartier kwam Gijs vragen wat er aan de hand was. Ja, niks natuurlijk want ik kon moeilijk een kletsverhaal gaan ophangen over ontdooide bitterballen. Gijs vroeg of ik straks na het douchen nog wat lekkers wilde. Een chippie, of M&M’s? Of bitterballen misschien? HUH? Bitterballen? NOOIT heeft Gijs het over bitterballen, NOOIT in die 17 jaar hebben we zomaar bitterballen gesnackt. En uitgerekend vandaag heeft hij het over bitterballen? Ik vroeg gelijk: “waar heb je die dan?”. Hij: “In de snackmix?” (ja, zou ik ook zeggen, maar doorvragen ging uiteraard niet.) Ik heb geloof ik iets geantwoord van “nee, geen bitterballen, ik haat bitterballen.” Hij keek wel wat vreemd, maar nam genoegen met het antwoord. Ik ging douchen, spuide mijn verhaal in de appgroep en we namen een chippie op de bank.
Het werd een onrustige nacht. Balen over de bitterballen en zorgen of het allemaal wel goed zou komen morgen. Of niemand zich verkletst had, hoe het zou gaan.
Zaterdagmorgen toog ik naar de supermarkt om tot de conclusie te komen dat de bitterballen bij de ene supermarkt al op waren (iets met EK voetbal). Gelukkig hadden ze in de andere supermarkt nog genoeg ballen.
Ik werd er nog diverse malen mee geplaagd, het feestje was een enorm succes en de bitterballen díe er waren smaakten goed.
Ik ben benieuwd hoe lang ik dit nog moet horen. Maar zelf hoef ik even geen bitterballen meer.
En nog láter is het vast een leuk verhaal om te vertellen….