gisteravond gehoord..
(een van de koorleden zong het..)
vierentwintig engeltjs
zaten met hun hengeltjes
boven op de regenboog, de eerste dag van mei.
Ze hadden zo’n verlangen
om zoutevis te vangen,
maar d’r kwam de hele dag geen zoutevis voorbij.
Vierentwintig engelen
die metr de beentjes bengelen
boven op de regenboog, maar ’t was een beetje glad.
De boog was net zoëven
met boenwas ingewreven
en er was één engeltje, dat niet zo stevig zat.
Hij is eraf gegeleden
van boven naar beneden
en viel met zijn blote billen in de wolkenzee.
De anderen zijn geschrokken
en huilden in hun rokken
en keken met z’n allen
heel wanhopig naar benee.
Drieëntwintig engelen
gingen aan het hengelen
Ze kregen hem te pakken,
want hij was niet eens zo ver.
Ze hebben hem gevangen;
hij was nog blijven hangen
met z’n witte hemdje
aan het puntje van een ster.
Ze riepen vrolijk: Hupsakee,
en hesen hem omhoog.
Nu zitten al die engeltjes
weer op de regenboog.
tekst: Annie M.G. Schmidt
tekening: Wim Bijmoer